Beklimming Rinjani

5 september 2011 - Mount Rinjani, Indonesië

Dag 16, vrijdag 2 septem ber, Lombok, Senaru village

Na 3 nachten is het al weer tijd om afscheid te nemen van mijn in een tropische tuin gelegen bamboe bungalow. Om 6 uur staat de auto klaar om mij naar het 10 minuten verderop gelegen vliegveld van Maumere te brengen. Bij het inchecken blijkt mijn rugzak iets zwaarder te zijn dan de voor binnenlandse vluchten toegestane 15 kilo. Ik los het ‘probleem’ eenvoudig op door twee tasjes uit mijn rugzak te halen en in mijn handbagage te stoppen. Pas later besef ik dat in één van die tasjes mijn Zwitserse zakmes zit en die mag natuurlijk helemaal niet mee aan boord. Bij de veiligheidscontrole op Maumere Airport wordt er door de slaperige beambte echter niets van gezegd.
Bij gebrek aan een directe vliegverbinding tussen Flores en Lombok moet ik met een overstap via Denpasar vliegen. Tijdens de vlucht naar Bali heb ik uitzicht op het inmiddels bekende landschap onder mij, waar ik de afgelopen week over land doorheen heb gereisd. Als ik over Lombok vlieg zie ik heel duidelijk de imposante krater van de Rinjani-vulkaan, die vol trots boven de wolken uittorent. Het zal een hele kluif worden, maar als alles volgens plan verloopt sta ik daar over 2 dagen op de top. Ook de drie Gili-eilanden, waar ik mijn reis zal afsluiten en die als 3 steeds grotere pannenkoeken voor de kust van Lombok liggen, zijn goed te zien.

Voor de 3de keer dit jaar en voor de 2e keer in 2 weken land ik op Denpasar Airport. Hier moet ik voor de vertrekkende vlucht weer door de veiligheidscontrole en deze beambte (het is inmiddels ook al wat later in de ochtend) let wel goed op en ziet het zakmes in mijn handbagage. “No sir, not allowed”. Daar was ik al een beetje bang voor. Hij zegt dat ik terug moet naar de incheckbalie om mijn zakmes in te checken als ruimbagage en wijst naar de trap die weer naar beneden gaat waar ik zojuist vandaan kom. Ik heb daar eigenlijk niet zo veel zin in, maar loop toch maar in de richting van die trap, zie dan dat er hier geen doorgang is, en buig quasi-nonchalant af naar de winkels in de vertrekhal . Ik hoor niemand roepen en er komt niemand achter mij aan. Probleem opgelost! Het is alleen te hopen dat de vriendjes van Osama iets beter in de gaten worden gehouden.

De vlucht van Denpasar naar Mataram duurt maar een half uurtje. Onderweg zie ik heel duidelijk de haven van Padang Bai en de kustlijn van Candidasa waar ik in mei respectievelijk vandaan heb gedoken en met Saskia en Semmyon heb overnacht. Op Mataram Airport staat de chauffeur mij al op te wachten. Nadat ik mijn portemonnaie weer heb aangevuld met een dik pak 100.000tjes om de komende paar dagen door te komen stap ik in de dikke gereedstaande pick-up truck.

Langs eerst de met palmbomen bezaaide kustlijn van Lombok en later kleine boerendorpjes, is het zo’n 2 uur rijden naar Senaru village, één van de twee startplaatsen voor de beklimming van de Rinjani. Hier, aan de voet van de vulkaan, zit John’s Adventure aka Rinjani Master gevestigd, de organisatie waar ik mijn 3-daagse trekking heb geboekt. Ik krijg een slaapkamer toegewezen met een subliem uitzicht over de vallei, waar akkertjes met mais worden afgewisseld met rijstvelden en op de achtergrond de machtige vulkaan als decor dient. De laatste paar uur daglicht gebruik ik om de beenspieren een beetje voor te bereiden op wat komen gaat. Langs het ingenieus aangelegde systeem van irrigatiekanalen (inclusief aquaducten) voor het bevloeien van de rijstvelden maak ik met een gids een wandeling van zo’n 2 uur naar twee watervallen. Bij de hoogste stort het water zich in twee trappen 52 meter de diepte in, wat een mooi schouwspel oplevert. Onderweg zien we een aantal keer aapjes (makaken) die zich behendig slingerend van tak naar tak een weg banen door het dichte tropische regenwoud.
Bij het avondeten zie ik daar waar ik overdag een pluim rook uit de vulkaan zag opstijgen nu in het donker een rode gloed. In eerste instantie denk ik dat het lava is, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Het is gewoon een ordinaire gras/bosbrand (die hier, zo is mij verteld. soms wel weken kunnen duren). Nog steeds mooi om te zien, maar natuurlijk niet zo spectaculair als gloeiende lava.

Dag 17, zaterdag 3 septem ber, Lombok, beklimming Rinjani

Om 6 uur zit ik klaar voor mijn ontbijtje met fantastisch uitzicht over de rijstvelden waar de ochtendmist uit opstijgt. Er zouden nog 2 andere mensen meegaan met deze 3-daagse trekking, maar zij hebben op het allerlaatste moment afgezegd. De watjes! De trekking gaat gelukkig wel gewoon door en ik krijg in mijn eentje de beschikking over een gids, die al zo’n 300 keer op de top is geweest, en 2 dragers voor alle bagage. Misschien iets minder gezellig dan met een kleine groep, maar het voordeel is wel dat alles op mijn wensen kan worden afgestemd.  
Eerst worden we in de pick-up truck naar het dorpje Sembalun Lawang gebracht. Dat heeft als voordeel dat het wat hoger ligt dan Senaru en er dus minder hoogtemeters hoeven te worden geklommen. Vanaf het dorpje op 1.156 meter hoogte lopen we het eerste stuk door akkers met voornamelijk uien, later gevolgd door droog grasland en een stukje bos. Grote stukken natuur zijn door de droogte afgebrand. Hier en daar smeult het nog na.
De twee dragers maken geen gebruik van rugzakken, maar hebben een circa 2 meter lange bamboestok met aan de ene zijde een rieten mand waar alle kleine spullen in zitten en aan de andere zijde van de bamboestok worden de grote spullen vastgebonden. In totaal dragen ze (op slippertjes en sommigen zelfs op blote voeten!) per persoon zo maar 20 tot 30 kilo op hun schouder de berg op. Ik heb het geprobeerd en alleen al de druk van de bamboestok op één punt op je schouder is niet vol te houden. Aan lichtgewicht kamperen doen ze hier niet. De bagage bestaat uit de kampeerspullen (2 tenten, slaapzak, slaapmatje, zelfs een opvouwbare stoel), de keuken (pannenset, sprokkelhout, bakolie), voedsel voor 3 dagen (ananassen, bananen, groente, rijst, mie, verse eieren, etcetera) en voor mij 9 liter drinkwater (voor het koken wordt water uit een beekje gebruikt). Mijn persoonlijke spullen moet ik zelf dragen. Dat is toch nog zo’n 5 kilo aan warme kleding, energierepen en water.
Na 3 uur klimmen is het tijd voor de lunch die op een kampvuurtje wordt bereid. Met beperkte middelen zetten ze een smakelijke en voedzame maaltijd neer. Het doel voor vandaag is om de kraterrand op 2.639 meter hoogte te bereiken om daar de eerste nacht door te brengen. Vele kleine stapjes maken samen een grote en na nog eens 3 uur bergop lopen komen we aan bij de kampeerplaats, waar we een plekje uitzoeken voor onze twee tenten. Zo hebben we vandaag netto (bruto is het nog iets meer omdat je niet in één rechte lijn naar boven loopt) ongeveer 1.500 hoogtemeters overwonnen. Uitgedrukt in verdiepingen van een woonhuis zijn dat ongeveer 550 trappen. De beloning voor dit alles wordt pas zichtbaar als bij het vallen van de schemering de wolken verdwijnen en het 600 meter dieper gelegen 6 kilometer brede kobaltblauwe kratermeer, met de naam Child of the Sea, zichtbaar wordt. De dag wordt afgesloten met een prachtige zonsondergang. Als het daglicht compleet verdwenen is laat de sterrenhemel met de Melkweg zich in volle glorie zien. Niet lang daarna kruip ik in mijn slaapzak in de wetenschap dat ik midden in de nacht moet opstaan voor de beklimming van de top.

Dag 18, zondag 4 septem ber, Lombok, beklimming Rinjani

Om 3 uur ’s nachts hoor ik mijn gids roepen “good morning Marco” ten teken dat het tijd is om dat te gaan doen waarvoor ik hier gekomen ben. Tot mijn verrassing heb ik nog vrijwel geen spierpijn van de tocht van gisteren. Als ik in de richting van de 1.087 meter (oftewel  400 verdiepingen) hoger gelegen top kijk zie ik een lang spoor van tientallen lichtjes, als ware het wandelende sterren, steeds een stukje hoger de vulkaan oplopen. Na een klein ontbijt zet ook ik mijn hoofdlamp op en sluit ik mij samen met de gids aan bij de stroom wandelende lampjes. Het eerste stuk gaat vrij steil omhoog over een lastig pad, gevolgd door een iets gelijkmatiger stijgend stuk over de rand van de vulkaan. Tijdens de korte pauzes zie ik twee keer een vallende ster. Tot slot moet het zwaarste deel van de beklimming worden overwonnen: het pad voor de laatste 350 hoogtemeters bestaat uit los vulkanisch puin. Voor elke stap die je naar boven zet glijd je weer de helft naar beneden. Met de top al in zicht haken hier alsnog mensen af. Ik heb toch al wel aardig wat bergen beklommen, maar dit heb ik nog niet eerder meegemaakt. Alleen met volharding lukt het om ook deze laatste hindernis van de 3 uur durende beklimming te slechten. Vijf minuten voordat de zon aan de horizon verschijnt sta ik trots op de top van de Rinjani op 3.726 meter boven zeeniveau. Al met al toch een heel aardige prestatie (ik ben tenslotte ook geen 37 meer!) gezien het feit dat ik helemaal niet heb getraind.
Het is een behoorlijke heldere ochtend en als ik naar het oosten kijk zie ik de grootste vulkaan van het eiland Sumbawa boven de wolken uitsteken en als ik naar het westen kijk zie ik de vulkaan Agung op Bali boven de wolken uit torenen. Zo ver boven alles verheven zijnde geeft het gevoel ‘on the top of the world’ te staan. Heel bijzonder is dat de schaduw van de vulkaan Rinjani door de nog laagstaande zon in een strakke piramidevorm op het lager liggende wolkendek wordt geprojecteerd, als ware het een echte berg van steen en aarde. Er staat gelukkig weinig wind, wat de temperatuur die maar net boven het vriespunt ligt dragelijk maakt.
Het blijkt dat ik niet de enige ben die van deze mooie ervaring wil genieten. Er staan zeker wel 150 mensen op de top! Het is dringen geblazen voor een fotootje op die paar vierkante meter op ‘de top van de top’. Naast de enkele tientallen toeristen zijn er ook veel Hindu’s van Bali en Moslims van Lombok voor wie deze vulkaan (net als de Agung op Bali en de Bromo op Java) een heilige berg is. Voor hen is deze beklimming een jaarlijks terugkerende pelgrimstocht.
Na een uurtje van het indrukwekkende uitzicht te hebben genoten nemen we dezelfde route weer terug naar de kampeerplaats. De losse stenen geven weinig steun en na elke stap sta je 1,5 stap lager. Afdalen gaat op dit stuk minstens 3 keer zo snel als naar boven ploeteren. Nu pas zie ik de omgeving waar ik doorheen gelopen ben bij daglicht. Op sommige plaatsen is het pad tot wel een meter diep uitgesleten. Na zo’n 1,5 uur zijn we weer terug bij de tenten waar mijn welverdiende ontbijt, klaargemaakt door de dragers, mij al op staat te wachten.
Daarmee zit ‘het werk’ voor vandaag er nog niet op. Na een uurtje in mijn tent gerust te hebben wordt de hele uitrusting weer ingepakt om naar de volgende kampeerplaats te lopen. Eerst dalen we in 3 uur over rotsachtige berggeitpaadjes de 600 meter af naar het kratermeer. Daar kan ik mijn voeten even laten rusten in één van de warmwaterbronnen. Na de lunch moeten we weer klimmen naar de hier 460 meter hoger gelegen kraterrand. Zo’n 2,5 uur later bereiken we kampeerplaats nummer twee aan de andere kant van de krater, waarvandaan we een mooi uitzicht hebben op de ‘baby’ vulkaan die pas een paar honderd jaar geleden in het kratermeer is ontstaan. In 2004 en 2009 kon je hier nog gloeiende lava uit zien stromen.
De laatste twee uur daglicht vul ik met het vanuit mijn tentje bekijken van de continu en razendsnel veranderende wolkenpatronen die de krater dan weer in- en dan weer uitstromen, wat een eindeloos durend schouwspel oplevert. Na een smakelijke Gado-Gado kruip ik met mijn warme kleding aan in mijn slaapzak om de koude nacht door te komen.

Dag 19, maandag 5 septem ber, Lombok, beklimming Rinjani

Om 7 uur, als de zon zijn warmte begint af te geven, is het tijd om het kamp op te breken en te beginnen aan de lange afdaling terug naar de bewoonde wereld. Op de top staan ongetwijfeld weer vele andere mensen te genieten van het uitzicht. De top is te ver weg om ze te kunnen zien, maar wat je grappig genoeg wel heel duidelijk kunt zien zijn de lange stofwolken van vulkanisch as die de mensen, net als ikzelf de voorgaande dag, achterlaten bij het afdalen van de top. In tegenstelling tot gisteren heb ik vandaag welk flinke spierpijn na de lange en vermoeiende tocht van gisteren. Gelukkig hoeven we vandaag alleen maar af te dalen naar het 1.860 meter lager gelegen dorpje Senaru. Maar vergis je niet, ook dat is erg zwaar omdat je bij elke stap je snelheid onder controle moet houden en je eigen lichaamsgewicht moet opvangen. Het eerste half uur gaat al klauterend over rotsige paden gevolgd door een half uur afdalen over droge stoffige grasvlaktes. Het grootste deel van de 5 uur durende afdaling gaat door tropisch bos, waar we bij de diverse kampeerplaatsen makaken tegenkomen die op zoek zijn naar restjes voedsel. Het laatste half uurtje wandelen we door bananen/koffie/cacaoplantages naar de gereedstaande auto die ons terug brengt  naar mijn laatste hotel waar mijn grote rugzak ligt opgeslagen.

Na een snelle douche, om al het stof en zweet van mij af te spoelen, pak ik al mijn spullen weer bij elkaar en laat ik mij wegbrengen naar het haventje waar de lokale boot vandaan vertrekt naar de voor de kust van Lombok liggende Gili-eilanden, mijn laatste bestemming van deze geweldige reis.

Foto’s

2 Reacties

  1. Karin:
    6 september 2011
    Hoi Marco,
    Echt geweldig om te zien zeg deze foto's! Nu zijn wij al niet "van die kampeerders" maar zo letterlijk "op het randje" is toch wel héél bijzonder:-)
    Ik ben trots op je dat je het toch maar weer gefikst hebt tot de top! En ik ben je ook héél dankbaar dat je dat alléén maar hebt gedaan om ons zulke mooie foto's te kunnen laten zien, waarvoor dank;-)
    Ik wens je nog een paar mooie dagen toe en een goede reis terug naar het herfstige Nederland. Op dit moment raast er een storm over ons land;-(
    Groeten en tot gauw.
  2. Pascal:
    6 september 2011
    Zo, het heeft even geduurd, maar de afgelopen 2 uur heb ik je hele verhaal non-stop zitten lezen!
    Echt ontzettend leuk geschreven allemaal, en het lijkt me echt schitterend wat je daar inmiddels gezien hebt.

    Leuk dat best veel dingen waar je over schrijft ook niet echt goed te vinden zijn op het internet, dat geeft wel aan dat je blijkbaar in minder toeristische gebieden rond aan het reizen bent :)

    Qua foto's vind ik die van de Rinjani echt het hoogtepunt, vooral die foto waarop je de schaduw van de vulkaan op het wolkendek ziet!

    Veel plezier nog de laatste dagen, en een goede terugreis!

    Groeten uit Nunspeet